Als leidinggevende wil je groeien met je team en resultaten boeken. Je werkt snoeihard om dat te bereiken. En je investeert veel in je medewerkers, zodat zij zich blijven ontwikkelen en duurzaam inzetbaar zijn.

Heel goed.
Hoe zit dat met jou?

In hoeverre kom jij toe aan je verdere ontwikkeling? Wat doe jij om te blijven groeien in je leiderschap? En welke stappen zet jij, zodat je carrièreperspectief voor jezelf creëert?

Continu ontwikkelen is essentieel

Je weet als geen ander dat het belangrijk is dat mensen zich blijven ontwikkelen. Daarom investeer je ook zoveel in je medewerkers. Je hebt zelf ook de ambitie om steeds beter te worden. Hoe kun je anders blijven groeien en de zware verantwoordelijkheid managen? Hoe zorg je er anders voor dat je uitdagende carrière stappen kunt blijven zetten?

Je hebt wellicht persoonlijke ontwikkeldoelen bepaald voor 2018. Hoe ver ben jij met het realiseren van die doelen? Valt het tegen om er écht mee bezig te zijn? Heeft de waan van de dag de regie overgenomen? Je bent niet de enige.

Opgeslokt door de agenda

Het is het meest gehoorde obstakel van leidinggevenden. Ze worden in beslag genomen door een overvolle agenda. Vliegen van hot naar her waardoor ze hun grotere persoonlijke doelen uit het oog verliezen. Die lijken plots niet meer zo belangrijk en krijgen geen prioriteit.

Doe jezelf niet te kort

Als je niet continu investeert in je verdere ontwikkeling betaal je daarvan uiteindelijk de rekening. Je presteert niet optimaal, je komt niet verder in je carrière en je wordt ingehaald door je jongere collega’s. Uiteindelijk kom je met dat gedrag dus niet verder en doe je jezelf daarmee tekort. Wil je dat?

7 tips waardoor je wél je ontwikkeldoelen haalt

1. Creëer een doel dat aansluit bij de optimalisatie van jouw talenten

   Plannen maken vanuit je kwaliteiten is veel motiverender en effectiever dan doelen te stellen die gericht zijn op het repareren van je “zwakke” punten. Daar krijg je geen energie van, je wordt er nooit echt goed in en dat maakt het lastig om het vol te houden waardoor je andere zaken laat voorgaan.

2. Onderneem elke dag 3 acties die je dichter bij je doel brengen

   Als je je doel hebt gesteld, heb je wellicht de neiging om in een paar grote stappen direct op je doel af te gaan. Je maakt het jezelf daarmee onnodig moeilijk en de kans is groot dat je daardoor niet verder komt. Stel daarom ‘tussendoelen’ en zet kleine stapjes. Realiseer je dat je met veel kleine stapjes heel ver kunt komen.

3. Hoe, wat, wanneer?

   Formuleer voor jezelf zo concreet mogelijk de stappen die je wilt zetten. Hoe specifieker, hoe groter de kans dat je het ook daadwerkelijk gaat doen.

4. Hoe ziet je rol eruit als je je doel hebt bereikt?

   Probeer letterlijk voor je te zien hoe het is als je je doel hebt bereikt. Wat doe je dan? Met wie? Waar? Haal dat beeld en emotie elke ochtend naar voren. Je brein raakt dan meer en meer gemotiveerd om je doel te bereiken.

5. De magie zit in de actie

   Hoe vaak heb je al geen doelen gesteld, om vervolgens te constateren dat er niets van terecht is gekomen? Grote kans dat je in die gevallen geen actie hebt genomen. Alleen door te doen, bereik je je doelen.

6. Meten is weten

   Door je acties te monitoren en de resultaten te meten, weet je of je nog op koers ligt. Sommige acties dragen niet bij aan je doel. Andere acties dragen er wel aan bij. Dat is allemaal goed, want het geeft je informatie en het helpt je om je acties aan te passen en bij te slijpen zodat het je verder brengt.

7. Zoek een goede mentor of coach

   Als het tegenzit, bedenk dan voor jezelf hoe het is als je je doel niet bereikt. Kan je daarmee leven? Zo nee, wie kan je helpen om door te zetten om je doel te bereiken? Het zijn vaak je eigen patronen en gedachten die je klemzetten in je ontwikkeling. Die zie je vaak niet van jezelf, want je weet niet beter. Een goede coach of mentor helpt je door die belemmeringen heen, zodat je ook daadwerkelijk in actie blijft en stappen blijft zetten om je doelen te bereiken.