Je herkent het vast: het rottige gedrag van een paar mensen in je team die continu de sfeer verpesten.
Die negatievelingen die steeds weer hun kont tegen de krib gooien.
Eerlijk?
Het liefst neem je morgen nog afscheid van hen.
Vrijwel iedere leidinggevende die ik spreek, heeft wel eens een of meerdere ‘rotte appels’ in het team (gehad).
Natuurlijk zegt dit gedrag iets over de personen in kwestie.
Dus kan het helpen om ze te laten coachen of anderszins te laten begeleiden.
Of je kiest voor teaminterventies waarbij de teamleden elkaar beter leren aanspreken.
Misschien kies je er zelfs voor om afscheid van deze personen te nemen of hen dusdanig links te laten liggen, dat ze zelf een keer hun biezen pakken.
Allemaal hele logische gedachten en pogingen om het vervelende gedrag te veranderen.
De praktijk leert echter dat het probleem hier vaker niet dan wel mee is opgelost.
De rottigheid komt terug, nieuwe rotte appels staan op.
Herkenbaar…?
Vaak is het rottige gedrag van enkele personen uit het team het signaal dat er iets anders ligt te ‘rotten’ dat het team zwak maakt.
Iets waar jij als leider bij uitstek invloed op kunt hebben.
Het is bijvoorbeeld het signaal dat…
- … je als leider onvoldoende je positie inneemt, waardoor anderen op je stoel gaan zitten en besluiten nemen.
- … het in het team te veel gaat over sfeer en interpersoonlijke relaties in plaats over resultaten.
- … je niet duidelijk genoeg bent in doelen en verwachtingen, waardoor er te veel ruimte bestaat voor ieders eigen interpretaties en invullingen.
Kortom, het is bij ‘rottig’ gedrag altijd belangrijk om naar de onderliggende oorzaken te kijken in plaats van naar het individu.
De vraag is dus: wat brengt dit rotte-appel-gedrag in beeld voor jou als leider?
En wat is er in jouw leiderschap en leiderschapsstijl nodig om de voorkomen dat deze situatie blijft voortduren of zelfs opnieuw ontstaat, met andere teamleden?
Hoe ga jij ermee om?